Geplaatst door: Dorus

Ik kan mij nog goed herinneren dat ik als kind niet mee te slepen was naar musea. Dit tot groot ongenoegen van mijn ouders. Misschien waren ze bang dat ik zou opgroeien tot een ongeïnteresseerde cultuurbarbaar indien zij zich niet eens in de zoveel tijd bekommerde om mijn verplichte dosis cultuur. Mijn moeder kreeg mij (en daarbij de rest van het gezin) uiteindelijk toch mee, en zo hebben we allerlei musea en cultuurpaleizen door het hele land bezocht. Mijn vader zette zich minder in voor dit doel. Toch droeg hij zijn steentje bij, hij deed vaak de belofte om mij nog een keer mee te nemen naar volgens hem het mooiste museum van Nederland: het Teylers Museum.

Tekst gaat door onder afbeelding.

Teylers Museum

Portret Pieter Teyler van der Hulst

Niet alleen het mooiste blijkt al gauw, het is tevens het oudste museum van Nederland. Het museum is namelijk sinds 1784 onafgebroken open geweest voor publiek. Dit is toentertijd mogelijk gemaakt door Pieter Teyler van der Hulst (1702-1778), het museum is dan ook naar hem vernoemd. Teyler was een Haarlemse koopman die zich daarnaast ook met bankieren bezighield. Zodoende had hij een aanzienlijk kapitaal vergaard in zijn leven. In zijn testament liet hij weten een deel van zijn kapitaal te willen schenken aan een stichting die de bevordering en bereikbaarheid van de kunst en wetenschap ten doel had. Hiertoe is toen de Teylers stichting ontstaan. Zij besloot om na het overlijden van Teyler achter diens huis (zie afbeelding hierboven) een ‘boek- en konstzael’ te openen, welke geopend werd voor algemeen publiek in 1784.

 

De 'boek- en konstzael', ook wel Ovale Zaal genoemd wegens de vorm

De idealen die door Teyler werden nagestreefd zijn typerend voor het denkbeeld dat past bij de Verlichting. De idee dat men zonder invloed van kerk of staat de wereld moest kunnen ontdekken, was in die periode wijdverspreid. In die wetenschap is het niet onredelijk dat het huis van Teyler en bijbehorend museum op de lijst van Rijksmonumenten staat. Het is immers een van de eerste plekken waar gewone burgers in Nederland zich konden ontplooien in de wetenschap en kunsten. Zodoende staat het symbool voor de ontwikkeling die een mens met behulp van de samenleving kan ondergaan.

Misschien dat mijn vader hetzelfde in gedachte had toen hij mij beloofde een keer het museum te bezoeken, misschien ook niet. Wat ik wel zeker weet is dat ik hem nog een keer mee ga nemen naar het Teylers Museum. Dan plak ik er gelijk een fietstocht aan vast, dat heeft mijn ouwe heer immers vaker gedaan, van Amstelveen naar Haarlem. Bij terugkomst zei hij altijd hoe mooi en oorspronkelijk Haarlem wel niet was. Het was dan ook een grote, belangrijke en machtige stad in de Gouden Eeuw. De derde stad van Nederland, als ik zijn gedweep mag geloven.

 

Kaart van Haarlem in de Gouden Eeuw (1646)

Een dergelijke statigheid is dan ook terug te zien in het geval van het Teylers Museum. Gelegen aan de rivier het Spaarne, aan de gelijknamige straat, op de rand van het oude centrum van Haarlem, staat het markante pand. Architect Leendert Viervant ontwierp in 1779 de ‘Ovale Zaal’ waar de kunstcollectie van de toen pas overleden Teyler geplaatst werd. Toen de zaal in 1784 daadwerkelijk openging voor het grote publiek, werd Martinus van Marem aangesteld als de eerste museumdirecteur. Er zouden nog vele volgen want het museum bleek een succes, in de loop der eeuwen werd er zelfs besloten vleugels en kamers bij te bouwen voor de groeiende collectie en bezoekersaantallen.

Het oude woonhuis van Pieter Teyler van der Hulst, thans entree Teylers Museum

Het Teylers Museum heeft daarmee een rijke historie en is een voorbeeld van de krachtige en succesvolle idealen die nagestreefd werden tijdens de verlichting. Maar niet alleen daarom is het museum een plek in het register van rijksmonumenten waard. Het is nog altijd simpelweg een interessant museum. Zo herbergt het museum een van de grootste elektriseermachines ooit gemaakt, sterk genoeg om in een klap een mens fataal te verwonden. Als dat geen choquerend museumbezoek is… Ik weet in ieder geval zeker dat mijn vader dat interessant genoeg vindt om zijn interesse in het museum weer aan te wakkeren.

 

De elektriseermachine in Teylers Museum